Eerste week
Mijn eerste week bij mijn nieuwe werkgever zit erop. Mijn werk als coordinerend verpleegkundige moet nog vorm krijgen, eerst maar eens de bewoners, collega's en het huis leren kennen.
Want daar gaat veel energie in zitten. Het wiel hoeft natuurlijk niet opnieuw uitgevonden te worden maar je moet wel weer nieuwe namen bij nieuwe gezichten onthouden. Een uitdaging voor het geestelijk vermogen zullen we maar zeggen. Net zoals vroeger op school blijkt dat herhaling de beste manier is om nieuwe dingen te leren en te onthouden. Nu is één van mijn levenspreuken: "Men is nooit te oud om te leren". Net zoals "Carpe Diem". Dat is ook een hele mooie omdat je nooit weet wat morgen je brengt. Wie weet waarom we hier op aarde zijn? En aangezien ik er toch ben laat ik er dan van genieten, toch?
Genieten van de dag dat lijkt voor een hoop mensen toch moeilijk te zijn. Helemaal als je aan het dementeren bent en je tegen je zin in opgesloten wordt in een vreemd huis, gevangenis zoals een meneer A dat gisterenmiddag tegen me zei. Ïk snap nou niet waarom ik geen sleutel heb. Ik kan niet naar buiten wanneer ik wil. Ik kan niet gaan waar ik wil. Het is hier net een gevangenis". Tja, hoe reageer je dan als je die meneer nog maar net 4 dagen kent, je weet wel dat hij ineens enorm agressief kan gaan reageren. Rustig blijven en gerichte aandacht geven blijkt ook in dit geval goed te werken. Meneer A gaf aan dat hij zo af en toe eens heeft dat hij denkt: Hoe ben ik hier terecht gekomen? Geen idee wie, wat of hoe? Ik vertelde meneer A dat iedereen die hier woont geen sleutel heeft om naar buiten te gaan. Daar keek hij vanop, hij dacht waarschijnlijk dat hij de enige was. "Oh" zei hij, "dat moet het leed zeker verzachten?" "Als je het zo wil noemen"zei ik. "Ja, gedeelde smart is halve smart". Ik wachtte zijn reactie af. Kon hij erom lachen of niet? Hij lachtte niet maar was uiterst serieus. Ja, dat was zo, gedeelde smart is halve smart. Pffff, gelukkig had ik het juiste gezegd. Toen begon hij erover dat hij soms niet wist dat hoe hij nou hier gekomen is. Ik legde uit dat wanneer dat nou ook gebeurt wanneer hij buiten is dat nog weleens gevaarlijk kon zijn. Stel dat hij wel een sleutel heeft en naar buiten kan wanneer hij wil. En hij loopt daar ergens en zich ineens realiseert: Verrek, waar ben ik nu eigenlijk? Hoe kom ik hier? Waar moet ik naartoe? Het verkeer, wat ontzetten druk is, help wat nu?
Meneer A keek me aan en luisterde vol aandacht naar me. Ik zag hem denken. Mensen met dementie zijn niet gek hè? Ze hebben wel een hersenaandoening maar bij lange na niet gek. Als je je dat realiseert ben je al een eind op weg. Dat scheelt enorm in de benadering. Want als ze (lees iedereen) een hekel aan iets hebben dan is het wel om als een kind of als een gek benaderd te worden.
Na mijn uitleg en zijn acceptatie gingen we samen naar beneden om een kop thee te drinken. Ik zal nog even vermelden dat ik in de ochtend meneer A heb geholpen met de zorg. Nadat hij aangekleed en wel aan de ontbijttafel zat keek hij me met een schuin hoofd aan. "Ha, daar heb je m'n grote vriendin weer". Dat deed me goed, ik ken hem tenslotte nog maar amper een week
Heerlijk werk heb ik toch!